Henry Purcell (1659-1695)

 

 

 

 

 

Het enige portret van H. Purcell tijdens zijn leven gemaakt. In de New Grove (1980) aan Godfrey Kneller toegeschreven,  maar bij Burden en Duffy aan John Closterman. Zowel Kneller als Closterman waren belangrijke portretschilders uit die tijd.

    portret van Purcell door GodfreyKneller tijdens P 

 

 

 

 

Inleiding:

De muziek van Henry Purcell is niet te begrijpen zonder kennis van de godsdienstige en politieke situatie in Engeland (samen met Schotland, Wales en Ierland= Commonwealth)  in die tijd. Ik heb deze al eens eerder globaal beschreven ten behoeve van diverse nieuwsbrieven van de Duetsalon (1) , maar nu volgt een ‘alomvattend’ verhaal.

Voor degenen die heel erg van lezen en ‘historische’ achtergronden houden, zou ik het in 2016 verschenen boek van Luc Panhuysen (zie bronnen) willen aanbevelen, dat, onder andere, zeer uitgebreid ingaat op de situatie in Engeland.

 

De eerste hoofdstukken beschrijven deze situatie dus en geven een overzicht van zijn leven en van de belangrijkste personen in zijn omgeving. Hierbij is dankbaar gebruik gemaakt van het boek van Maureen Duffy.  Duffy heeft als eerste, gebruikmakend van allerlei nieuw bronnenmateriaal als belasting- en betaalregisters, geprobeerd een zo compleet mogelijk beeld van zijn leven te schetsen en daarnaast zijn composities ‘gehangen’ aan bepaalde gebeurtenissen. Hierdoor wordt de betekenis van een aantal stukken veel duidelijker. Het grote nadeel van haar boek is het ontbreken van een register!

Het boek van M. Burden daarentegen bevat uitstekende bijdragen van diverse ‘specialisten’ over de plaats van Purcell in de barokmuziek, zijn odes, kerk- en toneelmuziek  Het is wel ‘traditioneel’ qua aanpak en geeft dus aan dat er weinig bekend is over een aantal zaken.

Mijn laatste hoofdstukken verwijzen naar recente uitgaven van Purcell`s muziek voor solostem en duetcombinaties, waarbij vooral gekeken zal worden naar datgene wat geschreven, dan wel gepubliceerd is, voor de alt/mezzo stem.

 

Hoofdstukken:

  1. Het ontstaan van de Anglicaanse kerk
  2. a. de politieke situatie tijdens Purcell`s leven en b. de (mogelijke) weerslag hiervan in zijn werk D & A
  3. Een korte biografie van Henry Purcell
  4. Purcell`s werken--- Italiaanse invloeden/ en onderverdeling
  5. Belangrijke tijdgenoten
  6. Welke publicaties van Purcell`s (vocale) werk kwamen er?
  7. Welke publicaties zijn interessant voor de solo alt/mezzostem en welke voor de duetcombinatie sopraan/alt?

 

Voor hoofdstuk 4 t/m 7 doorlinken

h. 4: Purcell`s werken

h. 5:Belangrijke tijdgenoten

h. 6 Publicaties vocaal werk

h.7: Publicaties alt/mezzo

 

Hoofdstuk 1: Het ontstaan van de Anglicaanse kerk

De Anglicaanse kerk ontstond in Engeland omdat koning Hendrik VIII vanaf 1534 zelf de geestelijken wilde benoemen en de kerkbelastingen niet aan de paus van Rome wilde afstaan.  Theologisch gezien was Hendrik VIII echter conservatief en hij hield zeker niet van het denken van Luther en Calvijn.. De kerkelijke liturgie bleef in zijn tijd dan ook bijna gelijk aan die van de Rooms Katholieke Kerk.

In 1548 introduceerde Thomas Cranmer (2) die voorstander was van een snelle protestantisering van de Anglicaanse kerk en een sterk anti-Roomse koers voerde, het Engelstalige 'Book of Common Prayer', dat de oude Latijnse liturgie verving. Hij kan als de grondlegger van de Anglicaanse theologie beschouwd worden (3) .

Hoewel de Anglicaanse kerk nog steeds een katholiek ‘uiterlijk’ heeft -er zijn bijv. bisschoppen en priesters- behoort het tot de Protestantse kerken. Het kenmerk hiervan is de verwerping van de transsubstantiatieleer ( het idee dat brood en wijn  echt het lichaam en bloed van Christus worden) . Daarnaast mogen de priesters wel trouwen en er wordt alleen Engels en dus geen Latijn, in de kerk gesproken.

Twee belangrijke hoofdstromingen binnen de Anglicaanse Kerk zijn de High Church, die een doctrinale opvatting heeft over het wezen van de Kerk en over de sacramenten (doop, communie), en daarin meer katholiek van leer is, en de Low Church, die meer de persoonlijke geloofskeuze  benadrukt en daarin meer protestants van leer is.

Als reactie op de hoofdstroom van de Anglicaanse kerk ontstond het Puritanisme (4). 

De Presbyteriaanse kerk (5) is een andere ‘variatie’ van de Anglicaanse kerk.

Om te begrijpen welke soort muziek Henry Purcell voor de Anglicaanse kerk componeerde (vooral Anthems) , is hieronder een overzicht van de ‘Anthem- soorten’ in de diensten weergegeven. Het voert te ver om in dit verhaal op de verschillen in te gaan.

indeling anthems

 

 

Hoofdstuk 2: a. De politieke situatie tijdens Purcell`s leven en b. de (mogelijke) weerslag hiervan in zijn werk Dido & Aeneas:

a.Henry Purcell kwam in 1659 ter wereld tijdens  het Protectoraat (1653–1659)  van de puriteinse Cromwells (4).

Deze hadden de macht gegrepen in de strijd die al jaren woedde tussen de –inmiddels verbannen-  katholieke koning die  absolutistische neigingen had en het ‘protestantse’ parlement dat meer inspraak wilde.

Oliver Cromwell had sinds het begin van de Burgeroorlog in 1642 de theaters laten sluiten en toneelspelen verboden, maar desondanks werden diverse stukken ‘illegaal’ opgevoerd.

Richard Cromwell gaf na de dood van zijn vader Oliver in 1658, zijn positie snel op ten gunste van het parlement dat in 1660 Charles II (6) uit ballingschap in Frankrijk terugriep. Hij kwam en daarmee werd een belangrijk precedent geschapen: de koning kon voortaan niet regeren zonder de toestemming van parlement en volk. Met de terugkeer van Charles II begon de ‘Restauratieperiode’, op politiek én cultureel gebied (muziek/theater- zie verder h.4c).

In de periode 1678-1681 ontstonden in het parlement de facties van de  Tories en Whigs.

De Whigs/ Whigamores (scheldwoord voor veedrijvers) waren Schotse Presbyterianen ( noot 4 en 5) die in opstand kwamen tegen de corruptie en de buitenlandse politiek van het Engelse hof en tegen de vervolging door de kerk van protestantse non-conformisten. Zij waren ertegen dat de katholieke hertog van York (=  Jacobus II ) (7) de troonopvolger werd na Charles II.  en zij wonnen de parlementsverkiezingen in deze periode. Koning Charles II ontbond toen het parlement, riep het later ook niet meer bij elkaar en ging de Whigs enorm vervolgen.

De Tories (een Iers scheldwoord  voor struikrovers) daarentegen waren katholieken en zij steunden juist Jacobus II, die getrouwd was met Maria van Modena, ook wel Maria d `Este geheten. In 1685 hielpen zij hem op de troon.

Door toedoen van Jacobus II en vooral van Maria werd de Italiaanse invloed in de Engelse muziekwereld enorm versterkt.

Toen Jacobus steeds zonder parlement wilde regeren, overal katholieken op belangrijke posten benoemde en er in 1688 een manlijke opvolger werd geboren en dus een permanent katholiek absolutisme dreigde, verzocht men Willem III van Oranje (zie stamboom der Stuarts)  om Engeland binnen te vallen en Jacobus te verjagen. In 1688 gebeurde dat en dat heet in de geschiedenis de ‘Glorious Revolution’. Willem en zijn vrouw Mary werden co-regenten maar in de praktijk regeerde Mary vaak alleen omdat Willem steeds bezig was met oorlogvoeren tegen met name Lodewijk XIV. Om geld vrij te maken voor deze oorlogen verstrekten Willem en Mary veel minder subsidie aan de muziekwereld, zoals aan de Chapel Royal (8). Bovendien bepaalde Willem, die Calvinist was, dat de ‘Musick’ alleen nog maar op bepaalde dagen gebruikt mocht worden.

Onder het co-regentschap werd het Parlement weer elk jaar bijeengeroepen, protestantse andersdenkenden kregen meer vrijheid en katholieken werden van de troonsopvolging uitgesloten: Als Mary en haar jongere zus Anne kinderloos zouden sterven, zou de kroon naar de  protestantse ‘Hannoverse tak ’gaan.

Mary overleed in 1695 en Willem regeerde alleen tot 1702. Tijdens het bewind van koningin Anne/Anna (1702-1714) kreeg het parlement steeds meer zeggenschap, maar Tories en Whigs bleven elkaar voortdurend bestrijden.

Samengevat: componisten leefden te midden van de grote geloofstwisten tussen aanhangers van het katholicisme en die van het protestantisme i.c. de opkomende Anglicaanse Kerk. Ze hadden vaak moeite de juiste houding te bepalen. De partijen wisselden nogal eens van macht en invloed en om je baan te houden moest je goed opletten hoe de politieke wind ‘waaide’ en stukken schrijven die de regerende partij aangenaam waren.

b. de (mogelijke) weerslag hiervan in zijn werk Dido & Aeneas:

Zo zijn er verschillende interpretatiemogelijkheden (door de tijd/ heersers heen) mogelijk met betrekking tot de uitleg van de allegorieën in het libretto van Dido & Aeneas, geschreven door Nahum Tate (1652- 1715). Tate baseerde het stuk op zijn eigen Brutus of Alba or The Enchanted Lovers  (1678) , dat oorspronkelijk ook Dido & Aeneas heette. Onduidelijk is uit welke tijd het libretto van D & A exact dateert (1683, 1684, 1687?). Tate`s stukken waren weinig succesvol. Hierna zette hij zich aan de bewerking van verschillende eerdere toneelstukken uit de periode van de Renaissance. Het verschijnen van bewerkte versies van oudere stukken was na het herstel van het koningschap in 1660 en de daarmee gepaard gaande heropening van de gesloten theaters niet ongewoon. Tate speelde handig in op deze trend en leverde in korte tijd een aantal bewerkingen, onder andere van werken van William Shakespeare. Hij voorzag ze soms van een goede afloop (hij deed gewoon wat nodig was om in de smaak te vallen!), net als Francesco Cavalli (1602- 1676) die ook een opera schreef over Dido (Didone) ca. 1640. Diens librettist Busenello maakte daar een happy end voor: Dido stierf niet, maar trouwde met Iarbas, koning van de Getuli! Qua structuur en effect is er veel van Didone terug te vinden in Purcell`s D &A. John Blow begon in 1683 met zijn Venus and Adonis met een eigen ‘Engelse’ opera traditie, met veel ‘Franse’ dansen er in. Purcell volgde hem hierin met D & A.

In een gedicht uit ca. 1686 zou Tate zinspelen op Jacobus II als Aeneas die was misleid door de duivelse machinaties van de Sorceress en haar heksen (= de katholieke Kerk) om Dido (het Engelse Volk) in de steek te laten. ‘Dit zou de toevoeging van de Sorceress c.s. verklaren, die niet in de Aeneis staan. Aeneas mag dan wel de bevelen van de Goden gaan volgen, maar niet indien misleid door kwaadwillende geesten!” (nb. Jacobus II was onder invloed van zijn eerste vrouw ca. 1659 katholiek geworden). De vraag is dan wel of Tate dit nog durfde te schrijven na 1685, toen Jacobus II op de troon was gekomen (!?).

Het zou ook een allegorische waarschuwing geweest kunnen zijn tegen de komst van een ‘vreemdeling’ op de troon: Carthago was dan het symbool voor Amsterdam  (Willem III) en Rome was Londen, de aartsvijand van Amsterdam (nb. de Engelse Zeeoorlogen).

Echter na 1688/ 1689 zou hij (Tate en /of  Purcell) zeker de intentie ervan hebben veranderd en kunnen we het stuk wellicht zien ten faveure van Willem III: Aeneas (het symbool van Jacobus II) verlaat Dido (het Engelse volk) om Rome te stichten. Jacobus II vluchtte namelijk in 1688 naar Rome (en later naar Frankrijk).

De eerste uitvoering in 1689 is wellicht ook geweest om de komst van Willem en de Glorious Revolution te vieren. In de proloog van D & A (bij Novello in de Appendix) wordt verwezen naar de vreugde van een huwelijk tussen twee koningen (Phoebus/ Apollo en Venus?); dat zou kunnen verwijzen naar het huwelijk van Willem III en Mary in 1677. (de achtergrond van deze ‘vreugde’ is als volgt: Eerst wilde Charles II dat zijn nicht Maria (toen 15 jaar oud) zou trouwen met de Franse dauphin Lodewijk, maar later, onder druk van het Parlement en het verdrag met het katholieke Frankrijk, was een huwelijk met Frankrijk politiek niet langer favoriet, en ging hij akkoord met het huwelijk met Willem. Onder druk gezet door het parlement, ging ook Jacobus II overstag. Op die manier dacht Jacobus dat zijn populariteit onder de protestanten zou groeien).

 

 Globale tijdsindeling:

 

      1450-            1600                        ca 1600                -         ca.  1750                                       na 1800

Renaissance/ vroeg Barok                                            Barok                                                Romantiek

        Hendrik VIII                          Karel I / Burgeroorlog  (Cromwell:burgeroorlog 1638-1651)        (grote groei nationalisme)

                    Elizabeth I                       Karel II –Restauratieperiode (na 1660)

                            Jacobus I                        Jacobus II

                                                                           Willem & Mary-------Huis Hannover

       John Dowland                                  John Blow / Henry Purcell         G.F. Händel

 

 

 

De stamboom der Stuarts:

        stuarts

 

 

 cromwell

Karel II

jacobus II                                 

willem III en mary                                       

anna

george I van hannover

 Oliver Cromwell

     Charles II

      Jacobus II

             Willem III en Mary

           Anna

          George I

 

Hoofdstuk 3: Een korte biografie van Henry Purcell

Henry werd geboren in 1659 te Westminster, maar het is niet bekend wie zijn vader was: meestal gaat men er van uit dat het Henry Purcell (de oudere) was die in 1664 stierf en die gehuwd was met ‘Elizabeth’ die in 1699 stierf. Van Henry (de oudere) en Elizabeth bestaat echter alleen documentatie wat betreft één dochter, Katherine.

Anderen denken dat Thomas Purcell  -waarschijnlijk een broer van Henry ‘de oudere’- de vader van ‘onze’ Henry was, omdat er een brief van hem bestaat uit 1679 waarin hij verwijst naar zijn zoon (son) Henry ‘die componeert’. ‘Son’ kan echter in die tijd ook nog  ‘nephew’-neefje- betekenen

‘Onze’ Henry heeft in ieder geval drie broers gehad, Edward, Daniel en Joseph,  en hij werd koorknaap in de Chapel Royal onder Henry Cooke. Wellicht componeerde hij al op achtjarige leeftijd, wat daar meer voorkwam.

In 1673 kwam zijn stembreuk al en werd hij tot onbezoldigd assistent benoemd van zijn peetvader Hingestone ‘als beheerder, onderhouder, stemmer  en hersteller van de orgels, virginalen, fluiten en alle soorten blaasinstrumenten van de koning’. Van 1674 tot 1678 stemde hij in ieder geval het orgel in Westminster Abbey.

In 1677 werd hij als opvolger van Matthew Locke tot componist der violen benoemd en in 1679 volgde hij John Blow op als organist in de Westminster Abbey met genoeg salaris om een huis te huren. Hij trouwde in 1680 of 1681 met Frances Baptist Pieters.  Zij kregen een aantal kinderen , waarvan er maar twee hem overleefden: een dochter  Frances en een zoon, Edward. In 1680 schreef hij zijn eerste Welkomstode (zie h. 4d)

In 1682 volgde hij Edward Lowe op als een van de organisten van de Chapel Royal, nadat hij in 1681 te Westminster ‘de eed van trouw’ had afgelegd (9) ten overstaan van getuigen. In 1683 volgde hij de overleden Hingestone op. Onder Jacobus II en Willem III werden zijn hofbenoemingen steeds opnieuw bevestigd. De laatste ‘Hofmuziek’ schreef hij voor de begrafenis van Mary in 1694.

Henry stierf zelf in 1695 vermoedelijk na een flinke verkoudheid of longontsteking (10) en hij werd in de Westminster Abbey begraven. Zijn vrouw Frances heeft zich nog een tijdje beziggehouden met de uitgave van zijn muzikale erfenis en stierf in 1706.

 

westminster

windsor castle

invasie willem III 

 Een kaart met de belangrijkste plaatsen (links apart vermeld) waar Charles II en Jacobus II met hun hofhouding verbleven en Henry Purcell dus in ieder geval ook regelmatig moet zijn geweest.

Verder geeft deze kaart de opmars van Willem III van Oranje in Engeland weer. Later ging Willem ook nog naar Ierland om daar Jacobus definitief te verdrijven (de Oranje-marsen in Dublin zijn hier het restant van).

 Westminster met Abbey

     Windsor Castle

Whitehall

     

 Whitehall (L) -parlement

           Newmarket 

winchester castle

     

 

 

Winchester Castle

(Engels Versailles)

 

 

 

 

Dit artikel is het laatst bijgewerkt op 7 april 2021

 

 

Noten:

(1). Zie hiervoor de nieuwsbrieven van de Duetsalon die de Engelse , religieuze en Handel duetten behandelen.

(2)  Aartsbisschop van Canterbury (1489-1556)

(3)  De BBC afleveringen van ‘the Tudors’ geven een goede inkijk in hoe dat hele proces tijdens het leven van Hendrik VIII (ongeveer) verlopen is.

(4)  Het puritanisme is in het laatste kwart van de zestiende eeuw opgekomen als reactie op de ‘hoofdstroom’ van de Anglicaanse Kerk. De puriteinen meenden dat in de Anglicaanse kerk nog te veel roomse elementen bewaard waren gebleven en pleitten daarnaast voor een striktere levenswandel en een persoonlijker beleving van het christelijk geloof.  Het puritanisme in Engeland ontwikkelde zich anders dan in Schotland. In Schotland kon het puritanisme haar stempel drukken op de nationale kerk, terwijl in Engeland het puritanisme slechts op plaatselijk niveau grote invloed had binnen de Anglicaanse kerk. Daarnaast ontstonden veel onafhankelijke kerken en gemeenten, die tijdens Cromwell`s bewind grote invloed kregen, maar daarna slechts een marginaal bestaan kenden.

(5) De Presbyteriaanse Kerk is de evenknie van de Nederlandse gereformeerde kerken. Kenmerkend voor deze kerken is dat taken die in episcopaalse kerken zijn voorbehouden aan een bisschop (episcopus betekent bisschop), hier worden uitgeoefend door leken. Deze leken worden presbyters of ouderlingen genoemd. De opvattingen van presbyterianen zijn gebaseerd op de ideeën van Johannes Calvijn en vallen dan ook onder het calvinisme.

(6) Charles II of –in het Nederlands Karel II geheten- was min of meer katholiek te noemen.

(7) Jacobus II heet in Engeland ook James II .

(8). Voor wat meer gegevens over de Chapel Royal zie deze link.

(9)  De Test Act schreef voor dat men een eed aflegde, waarbij men trouw zwoor aan de koning en de Anglicaanse kerk en ook de transsubstantiatie afzwoor.

(10) De bewering dat Frances Purcell haar man `s nachts buiten liet staan toen hij weer eens dronken thuis kwam, als gevolg waarvan hij ziek werd en overleed, wordt bij Burden (p. 93) nog als een mogelijkheid genoemd. Duffy geeft dit verhaal ook met nog wat nuanceringen (p. 65)

 

 

Bronnen:

 

a. Boeken:

Luc Panhuysen, Oranje tegen de Zonnekoning, Amsterdam 2016

The New Grove Dictionary of Music and Musician, ed. Stanley Sadie, London 1980

I. Spink, English Song: Dowland to Purcell, London 1974

M. Burden, The Purcell Companion, London 1995

M. Duffy, Henry Purcell , Londen 1994;  in  Nederlandse vertaling: De Prom 1995

W. Steffelaar, Muzikale stijlgeschiedenis, Amsterdam 1999

D. J. Grout en C.V. Palisca, Geschiedenis van de westerse muziek, Nederlandse vertaling uit 2004

M. Falkus, J. Gillingham, Historical Atlas of Britain

 

b. Websites:

http://www.charlottehansson.nl/nieuwsbrief%2021.htm nieuwsbrief over o.a. de godsdienstige situatie t.t.v. Purcell

http://www.charlottehansson.nl/nieuwsbrief%2022.htm nieuwsbrief over  o.a. de politieke situatie t.t.v. H. Purcell

http://nl.wikipedia.org/wiki/Anglicaanse_Kerk  voor meer achtergrondinformatie over het ontstaan van de Anglicaanse kerk

 

http://en.wikipedia.org/wiki/Henry_Purcell : uitgebreide biografie van Purcell

http://www.hoasm.org/VIIA/Purcell.html : biografie van H. Purcell

 

http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_compositions_by_Henry_Purcell (lijst van alle composities- Zimmerman catalogus)

http://www.lmconsult.com/xidex.html#entry  (lijst van alle Purcell werken waarbij aangegeven is waar bepaalde muziek ‘bij hoort’ en

de plaats van de diverse sololiederen, duetten enz. in de semi-opera`s)

http://www2.cpdl.org/wiki/index.php/Henry_Purcell : werken van H. Purcell  welke behoren tot het publieke domein (bladmuziek en

geluidsopnames)

 

http://www.kbr.be/collections/musique/acquisitions/nl094/n09zzzra.html : overzicht waar de werken van Purcell recentelijk zijn uitgegeven (verdeeld in categorieën) ; deze site verwijst door naar Chesternovello:

http://www.chesternovello.com/Default.aspx?TabId=2432&State_3041=2&workId_3041=1942 linkt door naar:

http://www.musicroom.com/se/ID_No/0410409/details.html (waar veel  recent opnieuw gedrukte muziek van Purcell te bestellen is)

 

http://www.hoasm.org/VIIA/PurcellDiscography.html: discografie van H. Purcell

http://www.baroquevoices.co.nz/TCSnotes.doc (complete tekst van o.a. ‘though my mistress’ en ‘lost is my quiet’.

 

 

   terug naar boven   of naar de   Homepage