Op het spoor van de Maya`s

 

                                                              II De Maya cultuur

 

                                          

 

             I

              II

           III

            IV

 

II. De Maya cultuur:

De Meso-Amerikaanse volken kenden een aantal overeenkomsten: Ze aten meestal maïs en pompoenen, pepers en kalkoen, hadden tempelcomplexen, meerdere kalenders en vereerden grotendeels dezelfde goden, zij het onder verschillende namen (zie: Quetzalcoatl ). Ze aanbaden dezelfde dieren: jaguars (de ogen daarvan lijken in de nacht net op de zon) en adelaars en offerden allemaal (in meer of mindere mate) mensen aan hun goden en ze speelden bijna allemaal het ceremoniële balspel.

De Maya`s waren echter in tegenstellingen tot bijv. de Azteken veel  pacifistischer . Ze kenden dus veel minder mensenoffers en gebruikten alleen in uiterste nood wapens. Daarnaast hebben zij van alle volken het meest ontwikkelde gliefenschrift gehad en bestond hun leefgebied uit onafhankelijke stadstaten.

 

  1. Naamgeving, oorsprong, organisatie en belangrijkste steden
  2. Schrift/ overgebleven geschriften, rekenkunde/ kalender en galactische synchronisatie
  3. Religie en riten
  4. Architectuur
  5. Eerste ‘ontdekkingen’ van de Mayacultuur

 

a. Naamgeving, oorsprong, organisatie en belangrijkste steden:

Het woord Maya’s werd en wordt gebruikt als overkoepelende benaming voor (momenteel) 29 inheemse volkeren uit dezelfde regio met dezelfde culturele en taalkundige achtergrond. Het woord Maya is volgens gids Bernardo niet origineel en de volkeren hebben ongetwijfeld de naam van hun eigen volk steeds gebruikt.

Zij stamden allen af van volkeren die 15.000 tot 20.000 jaar geleden via de Beringstraat uit Azië zijn binnengetrokken.

 

 

 

Olmeken en Maya`s

(Pre-klassieke periode)

    Maya-staten

    in de Klassieke periode

Maya-staten 300-800

Maya-staten: Maya renaissance (na 900)

Hoewel volgens de Mayakalender (zie b) de mensen zijn geschapen in de ‘Eerste Zon’( 23.618-18.492 v. C.) en het huidige tijdperk van de Vijfde Zon begonnen is in het jaar 3114 v. C., hebben de Maya's (pas) rond 2000 voor Chr. een herkenbaar eigen cultuur gehad, maar het is niet heel duidelijk waar de grenzen toen lagen tussen de eigenlijke Maya en hun buren, de Olmeken.

De Maya-Chontal (Yokot'anob of Yokot'an  in de eigen taal) vestigden zich na 1000 v. C. in Yucatan. Daar zouden ze in de 4de eeuw v. C. de ‘vreedzamere’ Itza hebben ontmoet. Uiteindelijk trokken ook andere (Maya) volkeren naar het Petén gebied. Eigenlijk is er erg weinig bekend tot het jaar 292 n. C. waarmee de Klassieke Periode begint: Uit dat jaar dateert namelijk het eerste gedateerde monument (stèle 29  in Tikal).

 

In de periode 300 - 600 legden de Maya`s moerassen droog en maakten er landbouwgronden van, groeven irrigatiekanalen en legden verhoogde kalkstenen (= witte) wegen aan (= sacbeob of sak be). Deze vormden vooral ‘heilige’ verbindingswegen tussen de steden, maar dienden ook voor transport. Sommige wegen eindigden plotseling na een paar kilometer en de exacte reden daarvan is niet geheel duidelijk.

De sak be vormden de microroutes voor het doorgeven van goddelijke energie in tegenstelling tot de – ook sak be geheten- Melkweg die de macroroute vormde. De structuur van de ‘witte wegen’ is nog steeds de basis van het huidige wegennet

Kalksteen werd ook in blokken gehakt en met mortel gebruikt om tempels te bouwen.

In de boeken wordt nadruk gelegd op het feit dat de Maya`s dat allemaal zonder gebruikmaking van lastdieren of wielen deden, maar Bernardo zei dat men zeker katrollen kende (deze zouden zichtbaar zijn in bepaalde gebouwen). Tikal (1), Xunantunich (4), Palenque(2), Tulúm (3) en nog veel andere - niet bezochte steden-  werden gesticht terwijl de Itza  Chichén Itzá (5) in Yucatan stichtten.

Na 830 n. C. werden veel steden verlaten, wellicht vanwege oorlogsdreiging, epidemieën (malaria), voortdurende droogte, vulkanische activiteit of een combinatie van genoemde factoren.

 

In 918 begon er een Maya Renaissance met het centrum in Yucatan. Chichén Itzá werd opnieuw bevolkt door een groep handelaren die Chontales of Putunes heetten en het werd de hoofdstad van de Puuc regio. Ook ontstonden er nieuwe steden zoals Uxmal (6), Mayapán, Kabah en Labná. Tulum (3) kende een bloeiperiode als handelshaven van de 11de tot de 15de eeuw. In het algemeen bestond het gebied na de 10de eeuw echter uit kleine onafhankelijke staatjes die elkaar bestreden tot de Spanjaarden arriveerden (noot 1).

De huidige namen van de bouwwerken in de bovengenoemde steden (bijv. ‘kasteel’ of ‘nonnenhuis’) zijn meestal gegeven door de Spanjaarden en zeggen helemaal niets over de oorspronkelijke functie.

 

b. Schrift/ overgebleven geschriften, rekenkunde/ kalender en galactische synchronisatie:

Bij de komst van de Spanjaarden ( hoofdstuk III) vernietigde de Katholieke kerk de meeste Mayageschriften als zijnde heidens. Slechts een paar teksten zijn overgebleven: de codices van Dresden, Parijs, Madrid en de Groliercodex, waarvan de laatste door sommigen nog als een vervalsing wordt beschouwd (noot 2).

In de Dresden codex staan veel observaties met betrekking tot Venus (zie verder onder c)  Andere belangrijke geschriften zijn de Popol Vuh, Memorial de Solola (Los Anales de los Kaqchikeles), Titulo de Totonicapan en Titulo de la Casa Ixquin Nehaib. De Popol Vuh is een soort geschiedenis-  en godsdienstboek waarin ook de schepping wordt beschreven (noot 3). Voor nog andere teksten wordt verwezen naar noot 4.

De Maya`s hadden, hoewel ze verschillende talen en dialecten spraken, één gemeenschappelijke  - ook geschreven- communicatietaal. Dit hiëroglifische schrift bestaat uit ongeveer 850 tekens en het merendeel van de teksten kan

inmiddels gelezen worden. Hoe het schrift precies is ontstaan (vanuit de Olmeekse beschaving?), is nog onduidelijk.

 

Het cijferstelsel van de Maya`s was niet tientallig, maar vigesimaal (twintigtallig)  -handen en voeten bij elkaar geteld-  met een ‘0’ begrip. Een aantal getallen waren heilig (zie ook d), waaronder 7, 9, 13 en 20 (en vermenigvuldigingen daarmee). Vanwege dit goede rekensysteem was men ook ver gevorderd in de wiskunde en daarmee samenhangende bouwkunde.

 

Op veel stèles zijn, naast teksten over priesters en koningen, data gevonden en een speciale inleidende hiëroglief geeft aan dát het om een datum gaat.

   

    

  

        hiërogliefen

     Dresden Codex

        Maya cijfers met optelschema ( van Bernardo)

eerste en tweede kalender

einde Lange Telling

 

De dateringen hebben alles te maken met de kalender, waarvan de Maya`s er drie hadden en nog hebben (5): de Haab (burgerlijke kalender), de Tzolkin (religieuze kalender) en de Lange Telling (voor historische doeleinden).

De basiseenheid van de kalenders is de ‘kin’: de dag. Twintig ‘kins’ vormen een maand.

 

De burgerlijke kalender bestaat uit 18 maanden van 20 dagen = 360 dagen + 5 ‘ongeluksdagen’= 365 dagen.

De Tzolkin bestaat uit 13 maanden van 20 dagen = 260 dagen. Elke datum bestaat uit het nummer van de maand en de naam van de dag. Eenmaal in de 52 jaar komen de beide kalenders bij elkaar op dezelfde dag. 52 jaar werd een belangrijke tijdseenheid (zie ook d.): Na 2x 52 jaar= 104 jaar bouwde men bijv. nieuwe tempeltrappen of verbouwde men huizen.

In 2012 komt op 21 december een eind aan het tijdperk (scheppingscyclus) van de Vijfde Zon ( 3114 v. C.- 2012 n. C.) van de Lange Telling wat door sommigen wordt gezien als het einde van de wereld (6). Het is echter ‘gewoon’ het begin van de cyclus van de Zesde Zon. Deze gebeurtenis wordt ‘Galactische synchronisatie’ genoemd en vindt elke 25.630 jaar plaats. De zon zal dan op één lijn liggen met de evenaar van ons Melkwegstelsel.

Om alle data exact te kunnen bepalen waren in alle steden observatoria nodig (zie d).

 

 

 

        

Galactische synchronisatie

    ons Melkwegstelsel

2012

Doomsday ?

reis langs de Melkweg- het

pad dat de zielen volgen op de reis tussen de Boven- en Onderwereld

Lahun Chan, de

gewelddadige god met de speer die Venus beïnvloedt

Venus symbolen

van de Maya`s

 de Ceibaboom

 

c. Religie en riten:

De Maya`s hadden (hebben) een universum verdeeld in boven- midden- en onderwereld. De bovenwereld bestaat uit de zon, maan, sterren, planeten, goden én de christelijke god en heiligen.

Venus is na de maan het tweede sterkste licht aan de nachtelijke hemel en op zijn helderst net voor zonsopgang en net na zonsondergang, vandaar de naamgeving Morgen- en Avondster. In tegenstelling tot de opvattingen van de westerse astrologie, die Venus als vrouwelijk symbool ziet, is deze bij de Maya`s een mannelijk, onheilspellend symbool onder invloed van een gewelddadige god met een speer. Venus is bij de Maya`s dus meer een Marsfiguur en zijn aanwezigheid kan het begin van kwade machten als hongersnood, droogte en oorlog aankondigen (vandaar de observaties zoals in de Dresden Codex- zie b, alsmede noot 7)

De mensen bevolken de middenwereld en in de onderwereld wonen degenen die gestorven zijn. De Ceibaboom (zie h. IV Palenque) is dé afbeelding van dit universum.

De Maya`s hebben veel goden met verschillende verschijningsvormen. Er zijn zeker 30 goden met dualistische trekken: ze vertegenwoordigen goed én kwaad, mannelijk én vrouwelijk of oud én jong. Enige belangrijke goden zijn:

Itzamna: een soort oergod, vaak door jaguars omringd en als oude man afgebeeld. Hij kwam als mens op aarde om de Maya`s de kalender en het schrift te brengen.

Ixchel, ‘onze moeder’, zijn vrouw. Zij is zowel de godin van de liefde, de wellust en vruchtbaarheid, als van het vernietigende geweld van water. Dan wordt zij afgebeeld als een oude vrouw met een hoofdtooi met slangen, de een waterkruik leeggiet.

Chac, de regengod. Hij wordt vaak afgebeeld als een oud wezen met een uit de mond hangende tong en een slurfvormige neus (soms ook andersom hangend of in een ringvorm). Hoe men aan dat ‘slurfidee’ komt, is niet bekend. Het begrip ‘olifant’ was allang verdwenen –volgens Bernardo- , omdat deze beesten op dat moment al lang uitgestorven waren (ca. 1500 v. C. ??- er zijn wel skeletten gevonden). Daarom wordt ook wel eens het woord ‘tapirachtige’ snuit gebruikt. Interessant is in dit verband de theorie van I. Velikovsky te lezen (noot7)

Chac is de god van het water én de god van de wind, donder en bliksem. Men heeft hem altijd nodig, maar…ook weer niet té veel.

Het offeren aan Chac Mool , dat volgens de meeste boeken plaatsvond door levend uitgesneden harten op de schotel tussen zijn handen te leggen, wordt door gids Bernardo als fabel afgedaan: ‘Het offeren was symbolisch en er zijn sporen van mercure (kwikzilver) gevonden, dat tijdens het offeren vervloog’.

Oude goden hebben een hoekig gezicht met ingevallen wangen, een scherpe neus en een oogomlijsting. Jonge goden hebben schuine amandelvormige ogen en een langgerekt gedeformeerd voorhoofd: hét schoonheidsideaal van de aristocratie, dat deze bereikte door het voorhoofd van baby`s tussen plankjes te binden . De vorm is afgeleid van de ideale vorm van het gewelf zoals de Maya`s dat gingen bouwen (volgens Bernardo).

 

Het balspel -Hunaphú of  pelote geheten-  was volgens de meeste boeken en websites naast een ceremonieel spel, vooral een sport met veel toeschouwers. Tijdens het spel speelden de deelnemers de krijgsymboliek uit de Popol Vuh tussen de heldentweeling Hunahpu en Ixbalanque en de Heren van Xibalba na. Ze moesten daarbij de rubberbal door een ring in de muur werpen. Net als die mythe was het balspel: ‘Een strijd tussen leven en dood waarbij de verliezers gedood (en geofferd) werden’.

Bernardo noemde pelote bij de Maya`s slechts een ceremonieel spel en bestreed bovengenoemde visie ten zeerste door:

1. te wijzen op het feit dat er wel meer dan 2000 balspeelvelden zijn gevonden (in Chichén Itzá bijv. al 13), maar slechts 19 stenen ringen, van heel verschillende grootte. Soms waren die héél erg klein, waardoor er nooit een rubberbal van ca. 3  kilo door zou kunnen. Soms werden er ook twee ringen tegelijk op ongelijke hoogte aangetroffen.

De suggestie dat de ‘verdwenen’ ringen dan wel van hout waren geweest, ontkende hij ook: Er was nooit enige rest van gevonden en ook nooit enig ‘aanhechtpunt’. Daarnaast waren de speelvelden van heel verschillend formaat: de kleinste was 1.80  meter. Het is duidelijk dat daar niet echt een wedstrijd gespeeld kon worden.

2. aan te geven dat het niet om het behalen van een aantal punten ging. Dat gebeurde slechts éénmaal in 1516 bij Moctezuma II. Het was de bedoeling de baan van de zon na te spelen. De bal moest hoog en in beweging gehouden worden door spelers, die slechts één handschoen en één kniebeschermer hadden.

3. te laten zien dat er zeer weinig plaats was voor toeschouwers. Alleen voor de priesters was er plaats.

4. de bewering dat niet de verliezers, maar soms een winnaar werd geofferd. Dat alleen was een passend eerbewijs aan de goden.

 

Het verhaal over de enorme hoeveelheid mensenoffers is de geschiedenis(boeken) echter in gekomen doordat het grootschalig offeren bij de Mexico`s (Azteken) wel gebeurde. Zij offerden, naar men zegt, soms wel 20.000 mensen (verliezers) opdat de hemellichamen gevoed konden worden.

Bijna alle boeken en sites geven als bewijs voor het feit dat de Maya`s ook al veel gevangenen maakten om te offeren en ze de verliezers van het pelotespel offerden, afbeeldingen weer zonder enige datering. Zoals met kritisch lezen op te maken valt  -zelfs uit de wikipedia-site- dateren de meeste afbeeldingen uit de late postklassieke periode (13de -16de eeuw) en de 16de-17de eeuw. Ze zijn afkomstig uit de Tolteekse, Mixteekse en vooral Azteekse cultuur. De site vermeldt ook: ‘New research seems to indicate it is not the losers' heads that were taken, but the winners' heads’!

Grote hoeveelheden toeschouwers werden gewoon in de tijd ná de komst van de Spanjaarden.

Het pelotespel wordt nu nog steeds –in allerlei variaties- gespeeld.

 

 

 

 

 

een tot offer veroordeelde gevangene (foto uit Benedict, zonder enige datering!)

menselijk en dierlijk offer op een vaas

(afbeelding uit Benedict, zonder enige datering!)

afbeelding van Tzompantli (8) op Internet- zonder plaatsaanduiding

 

een tzompantli naast een Aztekentempel, gewijd aan Huitzilopochtli; manuscript van Juan de Tovar (1587)  (=Ramírez Codex).

Tzompantli met afgehakte hoofden van Spanjaarden en hun paarden

Balspeelveld zonder ring

 

 

Aan de goden werden ook offers gebracht door het doorboren van oren, neus en geslachtsdelen, waarna het bloed werd geofferd. Er staan veel afbeeldingen hiervan op de gebouwen.

 

De godsdienst van de Maya`s bleek makkelijk ‘te combineren’ met de katholieke opvattingen:

-de nieuwe heiligen werden door de Maya`s probleemloos opgenomen in het bestaande pantheon

-een soort maagd Maria figuur bestond al – een veer vloog bij haar binnen in haar bloes ten behoeve van de ‘onbevlekte ontvangenis’

-volgens Bernardo kenden de Maya`s de doop al vóór de komst van de Spanjaarden en

-ze kenden al het kruis. Bij hen gaf dit echter iets anders aan, namelijk de windrichtingen.

-Gucumatz, de ‘Maya-duivel’, is een slangengod en de christelijke duivel wordt ook vaak met een slang vergeleken.

-in de Popol-Vuh staat dat een van de Maya-helden zichzelf zou hebben laten offeren opdat de Goden de zonden van het volk zouden vergeven. Dit is te vergelijken met de Christus- figuur.

 

 

 

 

 

 

   

 doorboren tong

  (Bonampak)

         Chac Mool

      plat voorhoofd: gewelf is `t ideaalmodel.

     Maya kruis

  San Juan Chamula

Guadalupe-maagd

 

In het indianendorp San Juan Chamula (h. IV) is in de ‘katholieke’- Maya- kerk de versmelting bijzonder goed te zien.

De katholieke kerk (Dominicanen en Franciscanen) is er, terwijl ze toch heel goed was in kruistochten en ketterverbrandingen, niet in geslaagd de ‘heidense’ Maya elementen te verwijderen!

 

Maria wordt sinds 1531, tot op de dag van vandaag vereerd in de abeelding van Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe, een soort ‘zwarte madonna’. Over de oorsprong hiervan en hoe haar te bezien, wordt enorm gediscussieerd.

Jezus wordt (meestal) niet afgebeeld omdat hij elke dag, net als de zon, wordt herboren en Maria Magdalena wordt regelmatig als bruid van Jezus weergegeven.

 

De Maya`s begraven hun doden, maar soms worden ze  na 4 jaar weer opgegraven en verbrand. De urnen worden dan onder het huis -dat vaak op palen staat- bewaard en ieder jaar wordt op Allerzielen (2 nov.) een herdenkingsfeest met hen in huis gevierd, waarbij men dan spreekt over ‘wat aten ze graag, wat vonden ze leuk om te doen’.

Anderen gaan op deze dag, na de mis, naar de begraafplaats waar de graven zijn versierd met doodshoofden en gekleurd suikergoed. De volwassenen drinken dan op de gezondheid van de overledenen en de kinderen spelen met marionetten in de vorm van skeletten. Kaarsen en wierook wordt verbrand en er wordt feestgevierd tot de dageraad.

 

d. Architectuur:

In het kader van dit verhaal wordt niet zo diep ingegaan op (structuur, ligging, functie enz. van) de bouwwerken die zijn bezocht in de verschillende plaatsen. Daar is te veel specialistische kennis voor nodig en de geïnteresseerde wordt verwezen naar de bestaande publicaties.

De steden -waar slechts godsdienstige gebouwen stonden en geen mensen woonden-  konden bestaan omdat de Maya`s er aquaducten aanlegden en gebruik maakten van ondergrondse bronnen (cenotes). Overal heeft men restanten van overdekte waterleidingen gevonden, maar ook zwembaden en jacuzzi`s (Chichén Itzá)

Alle gebouwen waren oost- west gericht: de richting van de opgaande en de ondergaande zon. Om de juiste richting te bepalen werden er overal observatoria gebouwd. Ook werden deze gebruikt om te bepalen hoe het zonnelicht viel bij de solstitiae (zonnewendes: de meest noordelijke of zuidelijke positie van de zon= 21/22 december en 21 juni) en de equinoxen (als de zon op de evenaar staat en dag en nacht gelijk zijn= 21 maart en 21 september).

Alle bouwwerken en velden hadden hoogtes en breedtes, aantallen treden en platforms deelbaar door heilige getallen.

9 is het heilige ‘vrouwelijke’ getal; 7 het ‘manlijke’  ( 36 treden= 4 x 9 ; 72  meter hoog= 8 x 9  meter; 9 platforms, etc.)

De trappen (bepaalde gebouwen/ huizen) werden iedere 104 jaar opnieuw –over elkaar heen-  gebouwd (na tweemaal 52 jaar- zie b.)

Een trap van een religieus gebouw werd na de inwijding nooit meer betreden, want was van god. Daarom werden ernaast platforms met ‘gebruiks’ trappen gemaakt. Dit gold dus niet voor trappen bij observatoria.

 

  

    

  

Olmeekse ronde stijl

        talud-tablero

     Tolteekse invloed:

     huizen met  fries (Tulum)

   de dakconstructie van

   de Maya`s (gewelf)

 

Heel globaal worden hierna wél de verschillende ‘stijlen’ besproken die men tegenkomt, in zuivere of in mengvorm. Naast de al eerder vermelde Olmeekse (1200-500 v. C.) stijl, de talud- tablero van Teotihuacán (200-900 n. C.) en de Tolteekse  huizenbouw met ‘friezen’ (900-1200 n. C.), vindt men:

  1. de Petén-stijl
  2. de Puuc stijl
  3. de Chenes stijl
  4. de Rio Bec stijl

 

1. Petén: (300-800):,Tikal, Palenque

2. Puuc (800-1000): m.n. in Uxmal

3. Chenes

4. Rio Bec (Campèche)

Stèles, altaren en terrasvormige piramides(zigurratvorm) met grote centrale trap; steile hellingshoek ca. 61o; tempels kunnen grafmonumen-ten (Palenque: Heer Pakal!) zijn

Hoge piramiden: a. vanwege betere fundering; b. scherpe hellingshoek; c. verhoging dak met een nok (cresteria) Kalksteen stucwerk; i.p.v. plantendak  ontwikkeling van gewelven; tegels met geometrische vormen en monsters en slangen; veel zuilen en tempels met afbeeldingen van regengod Chac;

Lijkt op Puuc, maar zeer rijke decoratie; hoge opengewerkte kammen met slangmotieven en grote maskers;

Nauw verbonden met en ten noordwesten van  Rio Bec (4)

Nauw verbonden met de Chenes stijl ;

Schijnpiramides: Piramides hadden geen functie en door steilte nauwelijks begaanbaar. Tempels overdekt met lavasteen. Op hoeken van kleinere tempels werden hoge siertorens gebouwd

   

           

 

    

 steile piramides met centrale trap

    geometrische vormen

             Chac masker

   hoge dakkam

          zeer steile piramides

 

e. De eerste ontdekkingen van de Maya cultuur:

Frederick Catherwood een Engelse archeoloog, architect  en illustrator, die al jong diverse reizen naar het Middellandse Zeegebied had gemaakt, trok samen met John Lloyd Stephens naar Centraal- Amerika. Tussen 1839 en 1843 bereisden zijn het Mayagebied en bezochten 44 Mayasteden, waarvan zij er enkele als eerste westerlingen ontdekten. Zij deden voor het eerst serieus onderzoek en worden gezien als de herontdekkers van de Maya's. Catherwood kwam tot de in die tijd baanbrekende conclusie dat de in de jungle verscholen steden niet door westerlingen maar door de voorouders van de inheemse bevolking waren gebouwd. Samen publiceerden ze in 1841 Incidents of Travel in Central America, Chiapas, and Yucatan en twee jaar later Incidents of Travel in Yucatan die een groot succes werden. Beide boeken waren geïllustreerd met etsen van Catherwood. Een groot deel van Catherwoods oorspronkelijke illustraties is later bij een brand verloren gegaan.

   

  

 

 

      Diverse etsen van Catherwood   Illustraties uit  Stephens en Catherwood, Incidents of Travel.  (foto`s van Internet)

 

 

Noten:

1. De  krijgslustige Xiúes – de stichters van Uxmal- vielen de Maya`s aan in hun kerngebied. Door de steun ca. 940 n. C. van de Tolteken onder leiding van Quetzalcoatl wisten de Maya`s hen te dwingen Uxmal te verlaten. Deze stad werd nu geregeerd door de Cocom, een familie uit Mayapán. Rond het jaar 1000 kwam er een driestedenbond tot stand tussen Mayapán, Uxmal en Chichén Itzá. In 1194 verklaarde Mayapán de oorlog aan Chichén Itzá.  De Xiúes probeerden ondertussen hun macht (en steden) terug te veroveren en slaagden erin Uxmal te hernemen. En net toen de Cocom met behulp van Motecuhzoma II (Moctezuma. Montezuma) in 1520 de stad ontwapende……arriveerden de Spanjaarden

2. De Dresden Codex is het uitgebreidst en heeft onderwerpen als astrologische kaarten, verslagen van astronomische observaties (m.n. van Venus) en almanakken.

De Parijs Codex bevat voorspellingen en een dierenriem. Zie voor veel meer info ook het boek van G. Benedict.

3. zie voor de ontstaansgeschiedenis, inhoud en betekenis: http://nl.wikipedia.org/wiki/Popol_Vuh_(boek)

4. http://nl.wikipedia.org/wiki/Q'umarkaj; Y. van der Bijl geeft in haar Gids over Guatemala nog een beschrijving van andere literatuur over de Maya`s (p. 90-94)

5. voor de toelichting op de drie kalenders: http://nl.wikipedia.org/wiki/Mayakalender

6. Zie voor allerlei voorspellingen het boek van Benedict.

7. I. Velikovsky beweert in zijn (vaak zeer omstreden) boek ‘Aarde in beroering’, dat Venus ca. 1500 v. C. heftig in botsing is gekomen met de aarde waardoor er van alles is gebeurd op de aardkost, zoals het uitsterven van bepaalde diersoorten op bepaalde plaatsen. Hij is van mening dat het begrip ‘olifant/ slurf’, hoewel de soort al een tijd was uitgestorven, zeker onder indianenstammen bekend is geweest die toen die gebieden bewoonden/ gingen bewonen.

Zijn theorieën komen mij vaak wél plausibel voor!

8. Zie voor meer informatie over Tzompantli: http://en.wikipedia.org/wiki/Tzompantli

 

 

 

Bronnenlijst

Websites:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Mayacultuur  + de wikipedia websites van de apart genoemde volkeren

http://nl.wikipedia.org/wiki/Maya%27s

http://nl.wikipedia.org/wiki/Azteken

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Meso-Amerika

http://nl.wikipedia.org/wiki/Motecuhzoma_II

http://nl.wikipedia.org/wiki/Onze-Lieve-Vrouw_van_Guadalupe

 

 

Boeken:

M. Angel, Mexico, Reisgids ANWB (Geogids), Den Haag 2006

Insight Guide Mexico, uitgeverij Cambium Zeewolde 2005

Y. van der Bijl, Wereldwijzer Guatemala, Rijswijk 2008

Mayan World, Honduras, Guatemala, Belize, El Salvador and Mexico, Merida 2007

The Mayans, Yesterday & Today, Illustrated Historical profile, Guide Pratiche, 2005

P. Ivanoff, De Maya`s, (serie: Monumenten van grote culturen), Nederlandse vertaling 1980

G. Benedict, De Maya-voorspellingen 2012. De boodschap en de visie (geill.)

K. Visser & B.C. Roth, De Tzolkin openbaart je potentieel, Deventer 2008, 2de druk

I. Velikovsky, Aarde in beroering, Ankh-Hermes/ Deventer 1974

Putzger, Historischer Weltatlas, Berlijn 2001

Bosatlas van de Wereldgeschiedenis, Groningen 1983

 

Mondelinge/ schriftelijke  overlevering:

Onze reisgids Bernardo Vázquez

 

 

     Terug naar     boven      of       de pagina      ‘eerdere  reizen      of de ‘home – page’     van Charlotte Anna Hansson