LEONEL
POWER (1370/1385- 1445)
Alvorens
onderstaande tekst te lezen is het wellicht raadzaam eerst de gegevens over
de 14de eeuwse Ars Nova in
het verhaal over Johannes Ciconia te bekijken. We zullen zien dat Leonel
Power ook beďnvloed werd door deze stroming die zich in Italië en Frankrijk
ontwikkelde.
Van Leonel (Lionel,
Lyonel, Leonellus, Leonelle; Polbero) Power weten we heel
weinig. Documenten uit begin 1440 geven aan dat hij in Kent is geboren. Uit
stilistische analyse van zijn muziek en uitgaande van de waarschijnlijke
leeftijd die hij had tijdens zijn benoemingen, zou hij ergens tussen 1370
en 1385 geboren zijn. Dat hij van Ierse afkomst -uit County Waterford- zou
zijn, zoals W.H.G. Flood in zijn A History of Irish Music
uit 1905 beweert, wordt nu door geleerden betwist, want Flood beschikte
toen over geen andere bronnen dienaangaande dan er nu nog zijn.
De eerste
gedateerde verwijzing naar Leonel noemt hem ‘instructeur’ van het koor van
de kapel van Thomas, Duke of Clarence, een broer van koning Henry V
(huis Lancaster). Leonel wordt als tweede genoemd in de lijst van bedienden
ervan. Hertog Thomas stierf in 1421. De volgende verwijzing naar Leonel
dateert uit 1423, toen hij op 14 mei -als leek- toetrad tot de Benedictijnse
priorij van Christ Church te Canterbury. Hij was er bijna zeker
koordirigent.
Wellicht was
hij toen -zoals de Engelse Wikipedia aangeeft- in dienst van John
(Plantagenet) of Lancaster, de derde broer van hertog Thomas en
koning Henry V. De Wikipedia site vermeldt dat ‘in dienst zijn’ echter zonder
nadere bronvermelding. John (1389- 1435) was door Henry in
1414 Earl of Kendal, Earl of Richmond en Duke of Bedford
gemaakt en vocht in de Honderdjarige Oorlog (1337- 1453) in Frankrijk,
waarvan de periode van 1389- 1453, ook wel de Lancastrian War wordt
genoemd. Hij was van 1423- 1429 regent van Frankrijk en van 1429 tot 1435
gouverneur van Normandië, waar door zijn toedoen de Universiteit van Caen
werd gesticht. John gaf vaak opdrachten tot het maken van versierde
manuscripten, waaronder getijdenboeken, zowel in Parijs als in Engeland.
Misschien
kunnen we Leonel`s situatie van toen vergelijken met die van de componist John
Dunstable (c.1390- 1453). Van deze is het vrij zeker dat hij in dienst
was van John of Lancaster en John Dunstable was derhalve waarschijnlijk een
tijd (1422- 1435?)(1) in Frankrijk. Hij had in ieder geval, volgens het
belastingoverzicht van 1436, bezittingen in Normandië, Cambridgeshire, Essex
en Londen.
Via de hoven
van Thomas en John en natuurlijk Henry V zijn zeker de Franse (muzikale)
invloeden, waaronder de Ars Nova Engeland binnengekomen.
Van 1439- 1445
was Leonel ook dirigent van het koor dat diensten zong, buiten de
kloosterliturgie om, in de Lady Chapel (Chapel of St. Mary) in de
crypte van de kathedraal. ‘Lyonell’ Power wordt genoemd als livrei
ontvanger, van Kerst 1439 tot Kerst 1444, en staat dan vermeld bij de
‘schildknapen’ (armigeri). Hij stierf te Canterbury op 5 juni 1445 en werd
de volgende dag begraven.
|
|
|
|
|
|
|
|
Canterbury
Cathedral
|
Lady Chapel in crypte
Canterbury Cathedral
|
John of
Lancaster
|
Getijdenboek
|
Old Hall
Manuscript
|
Beata
Progenies van Leonel
|
Alma Redemptoris
(Gregoriaans)
|
L. Power:
Alma Redemptoris: de tenorpartij (cantus firmus)
|
Leonel`s
nalatenschap was kleiner dan die van Dunstable. Slechts 40 bestaande werken
kunnen met zekerheid aan hem toegeschreven worden, maar zijn invloed is
even groot geweest. Leonel komt 23 keer voor als componist in het Old
Hall Manuscript, de grootste, meest complete en belangrijkste bron van
de Engelse gewijde muziek uit de 14de en 15de eeuw.
Dunstable komt niet voor in het manuscript. Het manuscript bevat 148
composities, waarvan 77 in score (alle stemmen onder elkaar, geen
afzonderlijke stemmen). De meeste stukken zijn zettingen van het Ordinarium
van de mis en ze zijn gegroepeerd in secties: alle Gloria`s bij elkaar, net
als alle composities van het Credo, Sanctus en Agnus Dei. Er staan ook
enige motetten in. Het Old Hall Manuscript werd samengesteld begin 15de
eeuw, gedurende een periode van twintig jaar. Wellicht eindigde het werk
met de dood van Thomas, Duke of Clarence, in 1421.
De composities
van Leonel in het manuscript lopen uiteen van simpele discant zettingen,
met de cantus firmus in de middelste stem, tot vrij gecomponeerde stukken
voor vier of vijf stemmen, isoritmische (2) stukken en vierstemmige
composities met Ars Nova ritmes.
Leonel maakte,
als een van de eersten, aparte zettingen van het Ordinarium die thematisch
bij elkaar horen (=unifying) en aaneengesloten uitgevoerd moeten worden.
Het Manuscript bevat zijn mis gebaseerd op (=super) de Maria antifoon Alma
Redemptoris Mater, waarbij de antifoon letterlijk en onversierd
is opgenomen in de tenorpartij van elk stuk (cyclische zetting).
Nog vijf
andere (misdelen) composities zouden aan hem toegeschreven kunnen worden. Van
een aantal stukken is het onduidelijk of ze van Leonel of van John
Dunstable zijn. Wellicht was Leonel ook leraar en is zijn invloed terug
te vinden in anonieme werken van zijn leerlingen, die dan abusievelijk aan
hem toegeschreven werden/ worden.
In de
muziekgeschiedenis wordt het gebruik door Power en Dunstable van polyfone
harmonieën, gebaseerd op tertsen en sexten
‘La contenance angloise’, of
‘maničre anglaise’ genoemd. Dit gebruik werd overgenomen door het
hof van Philips de
Goede van Bourgondië (1396- 1467).
In de Missa
super Alma Redemptoris Mater zitten enige duetten (of bijna duetten)
voor alt en bas. Een uitgave hiervan staat op http://nl.instr.scorser.com/CC/Alle/Leonel+Power/Missa+Alma+Redemptoris+Mater.html
(bijv.http://nl.instr.scorser.com/D/458476.html
p. 24). De uitgave 111 Bicinia from the 15th century, Editio musica
Budapest, Z. 14 478, bevat naast drie motetten Salve Regina, ook
(een duetbewerking van) Alma Redemptoris Mater met ‘virtuoze’
bovenstem. De vraag is of deze laatste van Leonel is. Omdat de 111 Bicinia
niet aangeeft uit welke manuscripten de opgenomen stukken afkomstig zijn,
is verificatie (voor mij) niet goed mogelijk.
Aan
deze tekst is het laatst gewerkt op 30 juli 2021
|